Doelstellingen
De gemeente gaat verstandig om met geld van de burgers. We lenen daarom alleen geld ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. Om de rentelasten zo laag mogelijk te houden, lenen we alleen als we te weinig eigen geld hebben. Als we lenen, doen we dat tegen zo laag mogelijke kosten en zorgen we dat we de renterisico's in de hand houden. We maken elk jaar een overzicht van alle inkomsten en uitgaven, de liquiditeitsprognose. Zo weten we wat we maandelijks moeten lenen.
Door onze eigen reserves te gebruiken, hoeven we geen geld van anderen te lenen. Dit scheelt rentelasten. Voor de berekening van de bespaarde rente hanteren we voor 2023 een omslagrente van 1,17%.
Beleggen en schatkistbankieren
Als wij spaargeld over hebben, moeten we dat onderbrengen bij het ministerie van Financiën, in de zogenaamde schatkist. Dit geld mag alleen in rekening-courant en via deposito’s worden bewaard bij het ministerie of worden uitgeleend aan andere gemeenten.
Kasbeheer
De gemeentelijke kaspositie schommelt per dag. Om deze schommelingen zo optimaal te beheersen is er met de NV Bank Nederlandse Gemeenten een overeenkomst gesloten. Op basis van deze overeenkomst mogen we maximaal 1 miljoen in het rood staan. Om dat te voorkomen lenen we tijdelijk geld voor periodes van minder dan een jaar. Dit zijn de zogenaamde kasgeldleningen.