Financieel overzicht
Zomer 2022 zijn de risico's geïnventariseerd. In de volgende tabel staat de top 10 van risico's met de grootste financiële impact, gerangschikt op percentage van invloed.
Nr | Risico | Kans | Financieel gevolg maximaal | Invloed |
---|---|---|---|---|
1 | Voor de meerjarige onderhoudskosten van De Hanzehof zijn onvoldoende middelen beschikbaar gesteld. | 95% | € 3.500.000 | 41.02% |
2 | Claims als gevolg van juridische procedures. | 60% | € 4.200.000 | 17.12% |
3 | Sociaal Domein Jeugdzorg: Beperkte sturingsmogelijkheden op budgetten. De zorgbehoefte en daaraan gerelateerde kosten kunnen hoger uitpakken door een toename van de zorgvraag, de complexiteit daarvan, de beperkte invloed op externe verwijzers en de wijziging van het woonplaatsbeginsel. Het maximale financiële gevolg van € 1.500.000 bestaat uit: 1. de bezuinigingsopgave van € 300.000 en 2. toename van de zorgvraag € 500.000. | 95% | € 800.000 | 6.85% |
4 | De in de meerjarenbegroting extra opgenomen bedragen voor prijscompensatie kunnen onvoldoende zijn om stijgende prijzen te compenseren. Het gaat hier om prijzen voor bouwmaterialen, grondstoffen en energie. | 70% | € 1.000.000 | 5.73% |
5 | Een vereniging of instelling kan niet meer voldoen aan de betalingsverplichting voor rente en aflossing van de lening waarvoor de gemeente een garantie heeft afgegeven. | 50% | € 1.000.000 | 4.51% |
6 | Door onvoldoende interne capaciteit/uitval van medewerkers en het nog niet op orde zijn van de interne beheersing, is het beheer van huur-, opstal- en erfpachtovereenkomsten onvoldoende geborgd. Hierdoor bestaat het risico dat niet alle inkomsten gerealiseerd worden. | 50% | € 300.000 | 1.44% |
7 | Sociaal Domein Participatie: Beperkte sturingsmogelijkheden op de kosten van uitkeringen en bijzondere bijstand. Doordat het gaat om open einderegelingen staat op voorhand niet vast in welke mate er een beroep op wordt gedaan. Het meerjarig financieel perspectief voor Participatie is onzeker, ook omdat het rijk regelmatig wetgeving wijzigt en nieuwe taken bij gemeenten neerlegt. Het aandeel inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt neemt relatief gezien toe. Door een nieuwe Cao voor beschut werk kunnen de kosten van beschut werk stijgen. | 30% | € 650.000 | 1.41% |
8 | Kosten voor uitkeringen van ex-medewerkers omdat de gemeente verplicht eigenrisicodrager is voor de Werkloosheidswet (WW). | 50% | € 250.000 | 1.26% |
9 | Langdurige uitval van computersystemen door hacken en gijzelsoftware. | 20% | € 1.000.000 | 1.25% |
10 | De prijzen van lopende ICT-contracten kunnen significant stijgen. De leverancier stopt met een ICT-product dat in gebruik is bij de gemeente. | 50% | € 250.000 | 1.08% |
Totalen
Totaal maximaal financieel gevolg top 10 risico's: € 12.950.000
Totaal maximaal financieel gevolg overige risico's: € 10.400.000
Totaal maximaal financieel gevolg alle risico's: € 23.350.000
De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige risico-inventarisatie (voor de jaarrekening 2021) zijn:
- Risico nummer 3 (Sociaal Domein: Jeugdzorg) is gestegen van 30% kans op een maximaal financieel gevolg van € 600.000 naar 95% kans op een maximaal financieel gevolg van € 800.000. Het risico is gestegen omdat de kans groot is dat de taakstelling van € 300.000 in de begroting 2023 niet wordt gerealiseerd.
- Er zijn twee nieuwe risico's in de top tien:
- Nummer 6 : Beheer van huur-, opstal- en erfpachtovereenkomsten.
- Nummer 4: Stijgende prijzen.
- Het risico met betrekking tot het Sociaal Domein: Wmo is verlaagd van 50% kans op een maximaal financieel gevolg van € 500.000 naar 50% kans op een maximaal financieel gevolg van € 250.000. Door de verlaging staat het risico niet meer in de top tien.
Benodigde weerstandscapaciteit
Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie doen we omdat het reserveren van het maximale bedrag van € 23.550.000 ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Het is voor 90% zeker dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 8.917.218. Dit is dan ook onze benodigde weerstandscapaciteit.
De benodigde weerstandscapaciteit is met € 994.270 gestegen. Bij de vorige risico-inventarisatie bedroeg de benodigde weerstandscapaciteit namelijk € 7.922.948.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die we hebben om de risico's in financiële zin af te dekken. De berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit is gebaseerd op de stand per 1 januari 2023.
Beschikbare weerstandscapaciteit | |
---|---|
(bedragen * € 1) | |
Algemene reserve | € 19.423.484 |
Raming voor onvoorzien | € 141.000 |
Reserve exploitatieresultaten grondbedrijf (niet geblokkeerd deel)* | € 0 |
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit | € 19.564.484 |
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit
Om te bepalen of het weerstandsvermogen voldoende is moet de relatie worden gelegd tussen:
- de financiële gekwantificeerde risico's en
- de daarbij gewenste en beschikbare weerstandscapaciteit
Onderstaande figuur laat de relatie zien:
Risico's | Weerstandscapaciteit | |
---|---|---|
Bedrijfsproces, Financieel | Algemene reserve | |
Letsel / Veiligheid | Raming voor onvoorzien | |
Materieel, Milieu | Reserve exploitatieresultaten grondbedrijf | |
Personeel / arbo | (niet geblokkeerd deel) | |
Product | ||
↓ | ↓ | |
Weerstandsvermogen |
Ratio weerstandsvermogen
Als we de benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit afzetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit ontstaat als uitkomst de volgende ratio:
Ratio weerstandsvermogen = | Beschikbare weerstandscapaciteit | = | € 19.564.484 | = 2,2 |
---|---|---|---|---|
Benodigde weerstandscapaciteit | € 8.917.218 |
In het gemeentelijk beleid is vastgelegd dat de ratio weerstandsvermogen minimaal 1.5 moet zijn.
Onderstaande normtabel biedt een waardering van de berekende ratio. De normtabel is ontwikkeld door Naris in samenwerking met de Universiteit Twente. De formele ratio van onze gemeente valt per 1 januari 2023 in klasse A. Dit duidt op uitstekend.
A | >2.0 | Uitstekend |
---|---|---|
B | 1.4-2.0 | Ruim voldoende |
C | 1.0-1.4 | Voldoende |
D | 0.8-1.0 | Matig |
E | 0.6-0.8 | Onvoldoende |
F | <0.6 | Ruim onvoldoende |
Verloop van de ratio
Onderstaand figuur laat het verloop zien van de ratio weerstandsvermogen en de –capaciteit.
Toelichting bij de X-as (horizontale as): deze as is opgesteld op basis van de chronologische volgorde van het maken van het gemeentelijk risicoprofiel. Dus in het kalenderjaar 2019 maken we in het voorjaar het risicoprofiel voor de jaarrekening 2018 (R2018) en in het najaar het risicoprofiel voor de begroting 2020 (B2020). In het voorjaar van 2020 maken we het risicoprofiel voor de jaarrekening 2019 (R2019) en in het najaar maken we het risicoprofiel voor de begroting 2021 (B2021). In chronologische volgorde wordt het dan R2018, B2020, R2019, B2021 et cetera.
Verplichte financiële kengetallen
Financiële kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting/jaarrekening of de balans en kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. Gemeenten zijn verplicht onderstaande financiële kengetallen op te nemen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Bij ministeriële regeling is vastgesteld hoe de kengetallen worden berekend en hoe deze in de begroting en jaarrekening moeten staan.
Kengetal | Jaarrek. | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting |
---|---|---|---|---|---|---|
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
Netto schuldquote | 60% | 81% | 72% | 67% | 59% | 56% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 51% | 72% | 65% | 60% | 52% | 50% |
Solvabiliteitsratio | 27% | 20% | 25% | 28% | 32% | 32% |
Grondexploitatie | 2% | 1% | -2% | -3% | -3% | -2% |
Structurele exploitatieruimte | 2% | 1% | 1% | 3% | 5% | 1% |
Belastingcapaciteit | 99% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
Signaleringswaarden verplichte financiële kengetallen
Er is geen wettelijke normering voor de kengetallen. Het Ministerie van BZK heeft samen met enkele provincies, waaronder de provincie Gelderland, signaleringswaarden opgesteld waaraan de kengetallen kunnen worden getoetst. De signaleringswaarden zijn in 3 categorieën verdeeld, waarbij categorie A als minst en categorie C als meest risicovol wordt bestempeld.
Netto schuldquote | <90% | 90-130% | >130% |
---|---|---|---|
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | <90% | 90-130% | >130% |
Solvabiliteitsratio | >50% | 20-50% | <20% |
Grondexploitatie | <20% | 20-35% | >35% |
Structurele exploitatieruimte | begr. én mjr.>0% | begr. of mjr.>0% | begr. én mjr.<0% |
Gemeentelijke belastingcapaciteit | <95% | 95-105% | >105% |
Op verzoek van de auditcommissie worden de relevante financiële kengetallen ook grafisch weergegeven.
Toelichting financiële kengetallen
Netto schuldquote
Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote laat de hoogte van de schuldenlast van de gemeente zien ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een hoge netto schuldquote hoeft geen probleem te zijn. Een hoge schuld kan ontstaan doordat er leningen zijn afgesloten en die gelden kunnen vervolgens weer doorgeleend zijn aan derden die op hun beurt weer aflossen. Dan hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen
De netto schuldquote wordt gecorrigeerd voor alle doorgeleende gelden zodat we weten hoeveel geld er is doorgeleend.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Als er een hoge schuld is en veel eigen vermogen, hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn voor de financiële positie. Daar is bijvoorbeeld sprake van als een lening is aangegaan omdat het eigen vermogen niet liquide is. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van de gemeente.
Grondexploitatie
Als gemeenten leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor een project hebben zij een schuld. Bij de beoordeling van deze schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de woningbouwprojecten kan immers de schuld worden afgelost. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Wanneer de grond tegen de prijs van landbouwgrond is aangekocht, loopt een gemeente relatief gering risico. Het is dus belangrijk om te kunnen beoordelen of er een reële verwachting is of grondexploitatie kan bijdragen aan de verlaging van de schuld. Staat de grond tegen een te hoge waarde op de balans en moet die worden afgewaardeerd dan leidt dit tot een lager eigen vermogen en dus een lager solvabiliteitsratio.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerende zaakbelasting. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder rente en aflossing van een lening) te dekken.
Belastingcapaciteit
De onroerende zaakbelasting (OZB) is voor gemeenten de belangrijkste eigen belasting inkomst. De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of dat er ruimte is voor nieuw beleid. Om deze ruimte weer te kunnen geven is een ijkpunt nodig. De belastingcapaciteit wordt gerelateerd aan landelijk gemiddelde tarieven. In de Meicirculaire van het Gemeentefonds staat een overzicht met de (ontwikkeling van de) gemiddelde lastendruk van de woonlasten van een meerpersoonshuishouden. Voor de gemeenten wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). Naast de OZB wordt ook gekeken naar de riool- en afvalstoffenheffing omdat de heffing niet kostendekkend hoeft te zijn, maar ook lager mag worden vastgesteld. Er is dan sprake van belastingcapaciteit die niet gebruikt wordt.
Niet verplichte financiële kengetallen
Naast de verplichte financiële kengetallen wordt op advies van de Auditcommissie een aantal niet verplichte financiële kengetallen opgenomen. Deze kengetallen worden gebruikt voor het op hoofdlijnen inzichtelijk maken van de financiële positie van de gemeente Zutphen.
Exploitatieresultaten | Jaarrek. | Jaarrek. | Jaarrek. | Jaarrek. | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
Totale lasten | 179.850 | 175.832 | 177.366 | 176.800 | 180.020 | 195.936 | 188.494 | 184.121 | 182.612 |
Totale baten | -170.217 | -173.698 | -184.897 | -188.621 | -180.404 | -194.716 | -193.736 | -192.745 | -183.937 |
Resultaat vóór bestemming | 9.633 | 2.134 | -7.531 | -11.821 | -384 | 1.220 | -5.242 | -8.624 | -1.325 |
Storting in reserves | 11.672 | 10.208 | 6.415 | 12.218 | 4.745 | 3.071 | 8.575 | 11.905 | 4.237 |
Onttrekking aan reserves | -19.366 | -15.623 | -9.086 | -11.068 | -4.361 | -4.291 | -3.333 | -3.281 | -2.912 |
Saldo inzet reserves | -7.694 | -5.415 | -2.671 | 1.150 | 384 | -1.220 | 5.242 | 8.624 | 1.325 |
Resultaat na bestemming reserves | 1.939 | -3.281 | -10.202 | -10.671 | - | - | - | - | - |
Bedragen x € 1.000 | |||||||||
Een negatief bedrag is een voordelig resultaat | |||||||||
Reserves/eigen vermogen | Jaarrek. | Jaarrek. | Jaarrek. | Jaarrek. | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
Algemene reserve | 6.081 | 5.380 | 5.381 | 10.156 | 19.423 | 18.924 | 24.439 | 33.285 | 34.462 |
Bestemmingsreserves | 37.270 | 30.616 | 31.225 | 37.802 | 39.057 | 38.336 | 38.063 | 37.841 | 37.988 |
Jaarresultaat | -1.939 | 3.281 | 10.202 | 10.671 | - | - | - | - | - |
Totaal eigen vermogen | 41.412 | 39.277 | 46.808 | 58.629 | 58.480 | 57.260 | 62.502 | 71.126 | 72.450 |
Bedragen x € 1.000 | |||||||||
Een negatief bedrag is een nadelig resultaat | |||||||||
Financiering | Jaarrek. | Jaarrek. | Jaarrek. | Jaarrek. | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
Reserves/eigen vermogen | 43.351 | 35.996 | 36.606 | 47.958 | 58.480 | 57.260 | 62.502 | 71.126 | 72.450 |
Jaarresultaat | -1.939 | 3.281 | 10.202 | 10.671 | - | - | - | - | - |
Voorzieningen | 8.663 | 10.204 | 11.834 | 13.555 | 14.216 | 12.782 | 12.283 | 12.451 | 13.665 |
Schulden op lange termijn | 131.768 | 132.756 | 123.166 | 111.545 | 111.904 | 111.545 | 111.545 | 111.545 | 111.545 |
Beschikbare middelen | 181.843 | 182.237 | 181.808 | 183.729 | 184.600 | 181.587 | 186.330 | 195.122 | 197.660 |
Vaste bezittingen | 180.792 | 177.144 | 178.603 | 180.686 | 197.295 | 213.947 | 209.232 | 202.311 | 193.789 |
Voorraden | 27.371 | 27.924 | 15.554 | 7.392 | 2.853 | 2.853 | -871 | -1.605 | -2.217 |
Vastgelegd op lange termijn | 208.163 | 205.068 | 194.157 | 188.078 | 200.148 | 216.800 | 208.361 | 200.706 | 191.572 |
Nog te financieren/ kortlopende financiering | -26.320 | -22.831 | -12.349 | -4.349 | -15.548 | -35.213 | -22.031 | -5.584 | 6.088 |
Bedragen x € 1.000 | |||||||||
Een negatief bedrag is een nadelig resultaat | |||||||||
Risico's bouwgronden | Jaarrek. | Jaarrek. | Jaarrek. | Jaarrek. | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
Voorraden onderhanden werk | 27.371 | 27.924 | 15.554 | 7.392 | 2.853 | -871 | -1.605 | -2.217 | -870 |
Verliesverwachtingen (Netto Contante Waarde) | -9.522 | -3.002 | -4.973 | -3.294 | -313 | -313 | -313 | -313 | -313 |
Voorzieningen voor verliezen | 11.338 | 5.494 | 4.973 | 3.294 | 3.625 | 3.625 | 3.625 | 3.625 | 3.625 |
Reserve GZ exploitatieresultaten | 5.541 | 3.267 | 3.138 | 4.855 | 4.794 | 4.768 | 4.741 | 4.715 | 4.689 |
Bedragen x € 1.000 | |||||||||
Een negatief bedrag is een nadelig resultaat |